Extrapolatie vanuit: Robertson LA et al. Incidence and risk factors for venous in the general population: The Edinburgh Vein Study. Eur J Vasc Endovasc Surg 2014;48(2):208-14. CVI gedefineerd als patienten met veneuze reflux.
Wat is de status van
Chronische vaatproblemen in de benen in uw praktijk?
Situatie wat betreft de progressie van CVI in een gemiddelde huisartspraktijk in Nederland.
De nieuwe, overkoepelende richtlijn vanuit de NVvH, NVvV en NVDV: ‘Veneuze pathologie’ 2014.
- Diagnose stelling klinische praktijk: lichamelijk onderzoek en afname VCSS
- Gereviseerde VCSS classificatie voor veneuze ziekte
NVvH: Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
NVvV: Nederlandse Vereniging voor Vaatchirurgie
NVDV: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venerologie
VCSS: Venous Clinical Severity Score
- Schematische weergave diagnostiek en behandeling van patienten
met varices:
* Afwijkend diep-veneuze systeem: obstructie met collaterale circulatie; axiale insufficiëntie van V. femoralis tot en met V. poplitea. ‡ Reflux niet aangetoond met duplexonderzoek: geen of segementale reflux; refluxduur < 0,5 s; diameter < 3 mm halverwege dijbeen. VCSS = ‘Venous clinical severity score’; CEAP = CEAP-classificatie (zie tabel 1); endoveneus = endoveneuze laserablatie, radiofrequente ablatie of schuimsclerocompressietherapie; SEPS = ‘Subfascial endoscopic perforator surgery’; PAPS = ‘Percutaneous ablation of perforators’.
Bron: De Roos K et al. Overkoepelende richtlijn ‘Veneuze pathologie’. Ned Tijdschr Geneeskd 2014; 158: A8076.